Wil jij ook mooie plaatjes leren schieten met een analoge camera, maar weet je niet waar je moet beginnen? Wij zijn hier om je op weg te helpen.

Het fotograferen met een analoge camera kan voor een beginner soms wat intimiderend zijn. Want welke camera kies je nu eigenlijk? Ga je voor kleurenfilm of zwart-wit en wat doe je met je fotorolletje zodra dit vol is? En hoe zit het eigenlijk met camera instellingen? Geen zorgen, je hoeft echt geen pro fotograaf te zijn om mooie plaatjes te kunnen schieten. Hieronder vind je 5 handige tips waardoor jij vol zelfvertrouwen aan de slag gaat met jouw analoge camera.

#1 Kies een camera die goed aansluit bij jouw wensen en fotografie niveau.

Op Instagram, TikTok en Youtube zie je de meest prachtige foto’s van bekende influencers met de meest dure analoge camera’s. Je ziet ze pronken met een Leica M6 of een Contax T2, waardoor het bijna lijkt alsof je dit soort plaatjes alleen krijgt met een camera van een paar duizend euro. Niet getreurd, dit is namelijk helemaal niet nodig! Een bekend gezegde luidt: ‘de beste camera is de camera die je bij je hebt’ en dit klopt ook helemaal.

Vind je het leuk om mooie plaatjes te schieten van je vrienden op vakantie of bijvoorbeeld een mooi landschap, maar ben je nog niet zo thuis in de camera instellingen? Dan is een compact camera, oftewel point&shoot in veel gevallen de beste optie. Zoals de naam al doet vermoeden, hoef je dit type camera alleen maar te richten en op de ontspanknop te drukken. De camera regelt alle instellingen en een bijkomend voordeel is dat ze makkelijk mee te nemen zijn. Al vanaf 40 euro kun je in onze webshop een mooie analoge compact camera met garantie vinden.

Ben je al wat verder en wil je meer controle hebben over de belichting van je foto’s? Dan is een spiegelreflexcamera een goede keuze. Naast dat je zelf kunt experimenteren met instellingen als diafragma en sluitertijd, kun je ook leren werken met verschillende soorten lenzen. Spiegelreflexen zijn er in verschillende soorten, voor elk fotografieniveau. Zo heb je modellen die alleen volledig handmatig kunnen worden ingesteld en dus wat meer fotografiekennis vereisen maar ook varianten met automatische functies. Wij bieden analoge spiegelreflexcamera’s met garantie aan vanaf slechts 59 euro.

#2 Gebruik de juiste film.

Het kiezen van de juiste film is misschien wel net zo belangrijk als het kiezen van de camera. Welke film je wilt gebruiken hangt allereerst af van wat en waar je gaat fotograferen. Bij een fotorolletje wordt altijd een ASA waarde aangegeven. Dit klinkt wellicht wat ingewikkeld, maar dit getal geeft puur de lichtgevoeligheid van de film aan. Een lage ASA waarde zoals 100 of 200 betekent dus een film met een lage lichtgevoeligheid en dus is er meer licht nodig om de film correct te belichten. Een film met 100 of 200 ASA is bijvoorbeeld geschikt voor fotograferen op een zonnige dag en is eigenlijk altijd de go-to keuze om mee te nemen op vakantie. Fotorolletjes met een hogere ASA waarde van bijvoorbeeld 400 of 800 zijn meer geschikt voor situaties met wat minder licht. Deze films worden vaker gebruikt bij zware bewolking of bij het fotograferen in huis. Naast de ASA waarde kun je natuurlijk ook nog kiezen tussen zwart-wit en kleurenfilm. Kleurenfilm zorgt over het algemeen echt voor die ‘nostalgische’ uitstraling die veel mensen zo mooi vinden en is voor velen vaak de eerste keuze. Maar vlak ook zeker zwart-wit film niet uit. Naast dat je een prachtige klassieke look krijgt met zwart-wit, is het vaak ook nog de voordeligste keuze. Het leukst is uiteraard om lekker te gaan experimenteren met verschillende soorten film. In onze webshop vind je een mooie selectie aan fotorolletjes.

#3 Experimenteer met verschillende composities.

Waar je met een digitale camera wel 100 foto’s van hetzelfde onderwerp kunt maken, is dit bij een analoge camera heel anders. Op de meeste rolletjes zitten 24 of 36 foto’s en geloof maar dat je hier snel doorheen bent als je niet oplet bij wat je fotografeert. Daarnaast kost elke foto die je maakt een paar cent, dus het is goed om selectief te zijn met de beelden die je maakt. Hierin ligt ook meteen de uitdaging. Als je een mooi onderwerp spot, is het allereerst belangrijk om te kijken naar de lichtval. Zonnige plaatjes zijn natuurlijk erg mooi, maar met de zon recht van voren kan het zijn dat jouw vakantiekiekje qua belichting niet zo overkomt zoals jij in gedachte had. Kijk dus goed om je heen voordat je de foto maakt. Vaak kan een paar stappen opzij al het verschil maken tussen een goede foto en een print- waardige foto waar je nog jaren trots op bent. Zeker als je werkt met een camera zonder zoomfunctie, zul je je benen het werk moeten laten doen. Naast de beeldhoek, is het ook van belang om je beelden interessant te maken door compositieregels toe te passen. Bij sommige foto’s is het onderwerp in het midden uiteraard prima, maar denk bijvoorbeeld ook eens aan ‘the rule of thirds’. Met deze compositietechniek zet je het onderwerp op 1/3 van je foto (links of rechts) en laat je de andere 2/3 van het beeld juist ‘open’. Ook is het belangrijk om goed naar de voorgrond van je foto te kijken. Maak je bijvoorbeeld een foto van een landschap? Dan kan het veel diepte aan je foto toevoegen door een wat lager standpunt in te nemen. Hierbij kun je misschien door wat grassprieten of bloemen heen fotograferen. Deze komen dan niet in focus, maar geven je foto net dat beetje extra.

#4 Denk aan de juiste accessoires

Het is iets wat je misschien snel vergeet als je een camera aanschaft, maar accessoires zijn een belangrijk onderdeel van fotograferen. Allereerst is het belangrijk om je camera goed te beschermen. Een goede cameratas is dus essentieel. Voor een compact camera kan een klein hoesje al genoeg zijn, maar voor een spiegelreflexcamera is een goed passende tas geen overbodige luxe. Qua tassen zijn er veel verschillende opties beschikbaar. Zo vind de één een rugzak fijn en heeft de ander liever een schoudertas. Heb je bijvoorbeeld een spiegelreflexcamera met meerdere objectieven? Dan is een tas met diverse vakken een slim idee. Ook is het handig als je extra accessoires in de tas kwijt kan zoals bijvoorbeeld extra batterijen of fotorolletjes. Kijk vooral wat goed past bij jouw wensen.

Naast een tas is een draagriem voor je camera ook heel belangrijk. Je hebt de keuze uit een riem die je om je hals of schouder kunt dragen of een polsbandje. Dit is mede afhankelijk van je persoonlijke voorkeur en van de bevestigingsmogelijkheid aan je camera.

Heb je een spiegelreflexcamera? Dan is het goed om te kijken naar een bescherm (UV) filter voor jouw objectief. Hiermee voorkom je schade aan het frontglas als je de camera onverhoopt ergens tegen aan stoot. Meestal worden UV filters gebruikt als beschermfilter. Deze hebben als bijkomend voordeel dat het UV licht wordt tegengehouden. UV licht kan zorgen voor een blauwige waas over je foto’s en dit wil je natuurlijk liever niet. Bij veel digitale objectieven zit tegenwoordig een goede coating verwerkt in het glas, maar ten tijde van de analoge objectieven was deze techniek nog niet zo ver Een filter is dus zeker een aanrader!

#5 Ga aan de slag met je foto’s

Het klinkt misschien als een overbodige tip, maar tegenwoordig zijn er zoveel mensen die niets meer met hun foto’s doen. Telefoons hebben het heel gemakkelijk gemaakt om snel foto’s te maken en ze daarna eigenlijk te vergeten. Het leuke aan analoge fotografie is natuurlijk dat je de foto’s kunt laten afdrukken, zoals vroeger eigenlijk altijd de standaard was. Als je fotorolletje vol is, moet je dit laten ontwikkelen. Dit kan je bijvoorbeeld laten doen bij de Hema of het Kruidvat, of bij een gespecialiseerde fotozaak. Je kunt ervoor kiezen om je foto’s alleen te laten ontwikkelen. Dan krijg je puur de negatieven terug, zonder fotoafdrukken. Deze negatieven kun je vervolgens laten inscannen of je kunt dit zelf doen. Het zelf inscannen vergt echter wel enige oefening, dus in het begin raden we je aan om het te laten doen bij een gespecialiseerde fotozaak. Na het inscannen heb je je foto’s dan digitaal, meestal in de vorm van een JPEG of TIFF bestand. Uiteraard kun je er ook voor kiezen om je fotorolletje te laten ontwikkelen en afdrukken. Je krijgt dan je negatieven terug, maar ook fotoafdrukken. Met deze fotoafdrukken kun je bijvoorbeeld een leuk fotoalbum maken. En zeg nou zelf; een fotoalbum is uiteindelijk toch een stuk leuker dan al die mappen foto’s op je telefoon of computer.

Hopelijk hebben wij je met deze 5 tips kunnen motiveren om lekker aan de slag te gaan. Als laatste voegen wij nog toe: wees geduldig. Fotograferen met een analoge camera kost gewoon wat meer tijd dan je gewend bent met een digitaal toestel. Geniet van de ervaring en ga er lekker op uit!